21 JANUARI 1982 73 worden genoetod en als er voor deze groepen een termijn van drie jaar wordt vastgesteld. Het is bekend dat de buurten en wijken waarin jongeren groepen opereren sterk wisselen. Een flexibel beleid zal er ook moeten zijn wat de inzet van de begeleiding betreft ik denk aan het "hoe" en het "waar" en ter zake van de lokaties. Onze fractie is ervóór dat de groepen jaar lijks worden beoordeeld via de toegezegde en ver plichte evaluatie. Er zal dan moeten worden be zien of het experiment voortzetting verdient of dat misschien elders een nieuwe zaak moet worden opgestart. Wij hebben altijd gepleit, ook in de zen, voor particulier initiatief en wij doen dat nog steeds, maar het mag en moet zo zijn dat het particulier initiatief kritisch te volgen is, ze ker bij een problematiek als deze, waarbij van dat particulier initiatief veel wordt gevraagd. Wat de accommodaties betreft:wij zijn er vóór deze te laten bestaan uit verplaatsbare ele menten, te meer omdat wij van een flexibel beleid uitgaan. Men kan de ontwikkelingen veel beter vol gen als men de accommodaties kan inzetten waar daaraan behoefte bestaat. In dit verband zijn wij niet zo onder de indruk van het aanbouwen van vaste accommodaties aan gebouwen of het situeren van nieuwe vaste accommodaties in wijken. Verscheidene gemeenten kampen met het jonge renprobleem en een goed antwoord op deze proble matiek is helaas nog niet voorhanden. Onze frac tie gaat met het voorstel akkoord, waarbij wij nogmaals de kanttekening willen plaatsen dat geenszins mag vast staan dat de thans op te star ten experimenten, met name in het voorstel ge noemd, ook voor de volle drie jaar gecontinueerd zullen blijven. Men zal het zelf waar moeten ma ken; dit op te starten beleid moet minstens 're sultaten laten zienniet alleen voor ons als subsidiegevers, maar ook voor de jeugd en het probleem zelf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 73