21 JANUARI 1982
75
content.
De heer KAMMERAAT: Mag ik nog een opmerking
in de marge maken? Iedereen is zo verschrikkelijk
vriendelijk voor de wethouder geweest, dat ik
misschien een kritische noot mag laten horen. Ik
heb er moeite mee als wij ons over zo'n belang
rijke zaak tot de burgers van Breda wenden en
daarbij voortdurend over "ambulant jongerenwerk"
spreken. Is het nu niet beter, creatief bezig te
zijn en een wat betere term te zoeken?
Wethouder WELSCHEN: Dit voorstel over de
zwerfgroepen in Breda is één van de voorstellen
die in feite bij een jongerenbeleid helemaal aan
het einde van de lijn zitten. Ik heb dat voort
durend geprobeerd te benadrukken en ik denk dat
het belangrijk is het totale beeld overeind te
houden, want alleen in het totale beeld is onge
veer te zien waar je mee bezig bent. Vanuit het
jongerenbeleid proberen wij net zo goed en eigen
lijk met meer voorrang iets te doen in de sfeer
van de jeugdwerkloosheid en iets te doen, hoewel
het van onze sector uit nog heel beperkt is, in
de richting van de vele instituten in de stad
die goed werk met jongeren doen, ook met jongeren
die voor een heleboel mensen moeilijk te benade
ren zijn. Als we het hele beleid proberen te zien
in de sfeer van de scholing, de opleiding, de
werkgelegenheid, de huisvesting en allerlei ande
re dingen die erbij horen, dan zeg ik: dat totaal
moet goed zijn, wil je eruit kunnen komen, ook
in opvangprojecten
De opvang van jongeren ik ga nu één
stapje verder wordt meestal gezien in de sfeer
van de vraag, wat er in hun vrije tijd gebeurt.
Ook in het vrije-tijdsbeleid voor jongeren i-s
het op touw zetten van dit soort projecten echt
niet het punt waarbij wij de hoogste prioriteit
zouden moeten leggen. Kwantitatief en ook qua
zekerheid van het effect is bijvoorbeeld