759 18 MEI 1982
onderhandelingen over een nieuw college van burge
meester en wethouders. Op grond van artikel 86 van
de Gemeentewet heeft een gemeente met een inwoner
tal van meer dan 100.000 vier, vijf of zes wethou
ders. Er is naar onze opvatting geen enkele zake
lijke casu quo niet-politieke reden denkbaar op
grond waarvan een gemeente met een inwonertal dat
slechts weinig hoger ligt dan 100.000 zonder meer
het maximale aantal wethouders zou moeten hebben.
Breda kan zich naar onze mening de luxe van zes
wethouders niet meer permitteren. Wij veronderstel
len dat de HUG-commissie ten aanzien van dit voor
stel niet lichtvaardig te werk zal zijn gegaan.
Formeel is het zo dat de nieuwe gemeenteraad over
het aantal wethouders beslist, maar een besluit
van de huidige raad conform het door de V.V.D.-
fractie in te dienen amendement (amendement 14)
inhoudende vermindering met één wethouder, vormt
een duidelijke waarschuwing aan de nieuw gekozenen,
al was het alleen maar een waarschuwing ten aan
zien van de zorgelijke toestand van de gemeente
lijke financiën.
Het op bladzijde 37 geopperde idee met betrek
king tot de stelpost ontwikkelingsprojecten wordt
evenmin door het college overgenomen. Het college
schrijft in het preadvies dat dit voorstel voorlo
pig niet moet worden uitgevoerd, in afwachting van
de binnenkort door de raad te behandelen nota ont
wikkelingssamenwerking. Zoals men weet is de
V.V.D.-fractie van mening dat het verlenen van di
recte ontwikkelingshulp niet tot het gemeentelijk
werkterrein behoort. Het is wêl denkbaar dat ont
wikkelingsprojecten die mede gericht zijn op de
bewustwording van de Bredase bevolking van de pro
blematiek van de ontwikkelingssamenwerking, tot
het gemeentelijk takenpakket worden gerekend. Naar
onze mening is deze problematiek langzamerhand
toch wel bij iedereen voldoende bekend, zodat ge
meentelijk projecten ter stimulering van de be
wustwording niet meer nodig zijn. Dat het zo lang
duurt voordat deze stelpost een definitieve