76
21 JANUARI 1982
jeugdsport veel belangrijker. De jeugdsport mag
dan ook nooit onder het opzetten van dit soort
projecten lijden.
Toch blijken er, wanneer je gaat kijken naar het
effect van alle voorzieningen die wij al in de
stad hebben, ook bijvoorbeeld in de sfeer van de
sport, grote witte vlekken over te blijven. Er
zijn veel jongeren die van de bestaande mogelijk
heden op dit ogenblik geen gebruik maken, een
gedragspatroon dat allerlei redenen heeft en dat
we niet ineens goed kunnen wijzigen, terwijl we
die jongeren ook niet in de kou willen laten
staan. Wat hier aan de orde is, is het proberen
te vullen van een deel van die witte vlekken,
maar dat moet zoals ik al heb gezegd in een totaal
beleid blijven staan. Het is niet alleen dit wat
we doen: we moeten proberen ook de rest zo goed
mogelijk intact te houden.
Ik heb het herhaaldelijk gezegd en ook de
woordvoerders van zojuist hebben het eigenlijk
gezegd: we weten in Nederland echt niet wat nou
precies de beste manier is om deze jongeren te
benaderen. Ze zijn bovendien allemaal verschil
lend. In hun buurten uiten ze zich verschillend,
de groepssamenstelling is iedere keer weer anders
en de problemen waarmee ze te maken krijgen, in
grote lijnen allemaal wel tot dezelfde categorie-
en behorend, zijn toch ook weer heel wisselend.
Ik denk dat niemand van ons en van hen mag eisen
dat we er eenheidsworstjes van maken. We zullen
moeten proberen echt te kijken wat er bij deze
jongeren aan de hand is en wat er met hen kan
worden gedaan. Het moet maatwerk worden. Dat maat
werk proberen we door projecten op buurtniveau,
met een grote zelfstandigheid waarbij de jongeren
zelf heel veel kunnen bepalen, zo goed mogelijk
van de grond te krijgen.
Van dit opvangsysteem is het voorstel waar
over het nu gaat met de projecten die daarin wor
den aangekondigd, een belangrijk onderdeel.