777
18 MEI 1982
dwingen wat korter van stof te zijn.
Gegeven de afnemende middelen en de noodzaak
de stadsvernieuwing te beschouwen als een continu
proces van overheidsingrijpen, zullen we daar in
de toekomst voldoende middelen voor vrij moeten
blijven maken. Misschien zullen we heilige huisjes
moeten aantasten. Wij bepleiten in dat kader een
onderzoek naar fondsvorming ten behoeve van de
bouw van wooneenheden in deze gebieden, die dan
kunnen worden verkregen door verkoop van het na
oorlogse woningenbestand gemeentelijke woningen
en woningen van de corporaties waarbij ook de
woningwetwoningen niet zouden moeten worden ge
spaard. Dit zijn lijnen waarover we moeten gaan
nadenken en die we niet bij voorbaat moeten door
kruisen met allerlei veto's.
Naast het kritisch bezien van taakstellingen
van de functies en het opnieuw formuleren daarvan,
waarbij het niet noodzakelijke dient te worden af
gebouwd, komt als suggestie in aanmerking het na
streven van een bescheidener personeelsopbouw, zo
wel in aantal als in de hoogte van de beloning.
Het weghalen van topzware situaties, ontstaan door
historische scheefgroei, moet duidelijk uitgangs
punt zijn. Een uitzondering wensen wij daarbij te
maken voor de functie personeel en organisatie:
deze dient naar onze mening beter voor zijn zware
en in de toekomst mogelijkerwijs nog toenemende
taak te worden toegerust.
Met het oog op de toekomstige HUG-ronden,
waarbij ook onder meer de gemeenschappelijke re
gelingen aan de orde moeten komen, bepleit D'66
de toetreding van de wethouder van financiën tot
de HUG-commissie als een noodzakelijkheid.
Voor bezuinigingen komen wij vanavond bijeen.
Voor D'66 staat daarbij centraal dat sectoren
waarin van een achterstandssituatie sprake is,
méér moeten worden gespaard dan de andere. Wij
doelen hier met name op de culturele sector, die
in Breda altijd al stiefmoederlijk is bedeeld.
Een enkel woord nog over de bezuinigingen die