78 21 JANUARI 1982 Ik geloof dat die vraag al is beantwoord. Ook heeft hij erop aangedrongen de situatie per pro ject zorgvuldig te bekijken, iets wat eveneens uitdrukkelijk de bedoeling is. De projecten zijn echt heel erg verschillend en we zullen ze ook heel verschillend moeten benaderen. Evaluatie is zonder meer voorgeschreven, maar ook wanneer dat niet het geval was zouden wij zeker evalue ren, omdat wij al doende willen leren hoe wij met deze jongeren moeten werken om ervoor te zorgen dat ze zichzelf en de buurt niet in de weg lopen en dat ze perspectief krijgen. De heer Van de Steenoven heeft ook nog gezegd dat de jongeren bij de gang van zaken moeten worden betrokken. Hij kan lezen en het is op een aantal punten ook al gepraktiseerd: wij willen graag dat de jonge ren zich zelf organiseren en in principe eigen baas zijn binnen de accommodaties. Het moet niet zo zijn dat professionals of de buurtbewoners vertellen hoe het allemaal moet. Wij willen graag dat de jongeren dat zelf doen, maar wèl in goed overleg en zo nodig met onder steuning. In die sfeer denken we aan het werk te kunnen; de ervaringen maken ons daarover niet pessimistisch. De heer Veelenturf heeft in feite nog eens uitgesproken welke twijfels er allemaal kunnen bestaan. Ik onderschrijf dat. Een experiment is ook bedoeld om te kijken of je op vragen zoals de heer Veelenturf ze formuleert de antwoorden kunt geven die wij ons voorstellen. Misschien kan dat niet, maar dat blijkt dan wel. Ik deel de twij fels van de heer Veelenturf en ik ben mêt hem van mening dat de gang van zaken kritisch dient te worden gevolgd. De vraag is gesteld, wat er over drie jaar moet gaan gebeuren. Op dit ogenblik hebben wij geen garantie dat C.R.M. over drie jaar zal betalen en het is de vraag of C.R.M. over drie jaar nog in staat zal zijn uit zijn ge slonken begroting deze lasten op te brengen. Wat we wèl weten is het volgende.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 78