797
19 MEI 1982
nodig het interpellatieverzoek niet bij de aanvang
van de vergadering te behandelen: men heeft er nog
nauwelijks kennis van kunnen nemen en mevrouw Pau-
lussen is op dit ogenblik nog niet in ons midden.
De behandeling zal later op de avond moeten plaats
vinden. Ik stel voor nu eerst de lopende zaken af
te handelen en daarbij met name de HUG-operatie
verder te brengen.
Aan de orde is voortzetting van de behandeling van
6. bijlage nr. 168.
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AAN
DE RAAD INZAKE HET RAPPORT 2E FASE VAN DE
HUG-COMMISSIE. (Leden b. en w.
(Bij de beraadslagingen in eerste termijn
zijn diverse amendementen en moties inge
diend; zie verslag 18 mei 1982.)
De heer EISSENS: Ik hoop niet dat men het erg
vervelend vindt, maar ik moet beginnen met een ver
zoek om schorsing van de vergadering. Ik heb ge
merkt dat het college tot diep in de nacht bijeen
is geweest. Voor de ijver en bereidheid tot over
leg heb ik bewondering, maar nadat we gisteravond
uiteen zijn gegaan is het niet meer mogelijk ge
weest onze fractie te informeren over de resulta
ten van het onderling beraad. Ik wil niemand een
lange schorsing aandoen, maar ik heb er behoefte
aan tien minuten in de fractie van gedachten te
wisselen over hetgeen zich gisteravond heeft af
gespeeld en het verloop van de collegebesprekingen
De VOORZITTER: U geeft zelf de duur van de
schorsing aan.
De heer EISSENS: Mijn streven!
De VOORZITTER: Zelfs het pogen is schoon.
Ik schors de vergadering.
SCHORSING.