21 JANUARI 1982 79 Wij proberen in ieder geval deze opvangmogelijk heden te realiseren, zowel via de C.R.M.-subsidie als via de eigen inzet. Dat is het belang van de jongeren nu. Wij proberen door het experiment wijzer te worden, zodat we over een aantal jaren eventueel gerichter maatregelen kunnen nemen. Daarnaast proberen we de professionele welzijns- instellingen die op het ogenblik met jongeren te maken hebben veel gevoeliger voor deze problema tiek te maken, meer ervaring te laten krijgen en meer inzet te laten geven. Dit proces zal heel langzaam verlopen, maar er wordt wèl aan gewerkt. Mede in verband daarmee hebben we lang met de welzijnsinstellingen gepraat: we hebben gepro beerd hun een deel van de verantwoordelijkheid voor dit project te geven. Het zou niet goed zijn als de gemeente naast de bestaande welzijnsinstellingen het project uit sluitend onder eigen verantwoordelijkheid zou opstarten. Het is nodig de weg te volgen die we nu hebben uitgestippeld en waarbij het I.M.W., de Stichting Buitenlanders, De Pluu en het J.J.C. zich gezamenlijk met dit project zullen bezig houden. Het J.J.C. is zoals men heeft gezien orga nisatorisch in de hoofdmoot, De Pluu ook in zijn volledigheid. Met de heer Van Asseldonk ben ik het eens dat bijna alles wat er op dit ogenblik over dit project te zeggen is, aan de hand van opmerkingen van kritische volgers van het beleid in de com missie al aan de orde is geweest en dat het colle ge zou kunnen volstaan met de opmerking dat het nog steeds achter de in de commissie gegeven be antwoording staat. Dat bekort de discussie en is waarschijnlijk dui delijk genoeg. Ik ben er overigens blij mee.dat de raad ons op dit punt steunt, want het is van belang dat men in de stad van die steun op de hoogte is als we weer met een buurt gaan praten. Het steunt ons in onze besprekingen met de bewo ners als de raad erin gelooft dat wij zo zorg-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 79