799
19 MEI 1982
De VOORZITTER: Nummer 1. Ben ik daar niet dui
delijk in geweest?
De heer EISSENS: Ik ben gehandicapt, want ik
heb mijn bril niet bij mij. Ik kan u wat dat be
treft nog heel wat last bezorgen.
De VOORZITTER: Ik dacht dat het aan uw oren
zou kunnen liggen.
De heer EISSENS: Nee, die zijn beter dan die
van u!
De VOORZITTER: Dat weet ik niet, hoor.
Wethouder SANDBERG: Naar mijn mening zijn er
met betrekking tot de Unie van Oranjesteden nog
méér moties en amendementen.
De heer OOMENAmendement 17I
Wethouder SANDBERG: Mag ik die twee amende
menten dan maar samen behandelen?
De VOORZITTER: Ja.
Gecombineerd komen aan de orde:
amendement 1 (festiviteiten en volksfeesten)(CDA)
en
amendement 17 (idem) (WD)
Wethouder SANDBERG: Het college erkent dat
het op dit punt eigenlijk met een beroerd voorstel
is gekomen, nog meer omdat het om een hartstikke
simpel bedrag gaat. Toch is het college van oor
deel en ik hoop hiermee de raad te overtuigen
dat het voorstel van het college moet worden
gevolgd. Dit betekent overigens niet dat het
Oranjecomité en de Unie van Oranjesteden nooit
meer aanspraak op subsidie van de gemeentelijke