I
821
19 MEI 1982
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
Aan de orde zijn nog steeds de amendementen 5 en
9, waarbij nu, conform de discussie van zojuist,
als vervangend alternatief een verhoging van de
taakstelling voor de afdeling cultuur wordt voor
gesteld.
De heer TEN WOLDE: Ik denk dat we er snel
uit kunnen zijn, maar het lijkt mij verstandig
dat de beide amendementen van een advies van het
college worden voorzien.
Wethouder SANDBERG: Voordat de raad onbe
grensd in de taakstellingen gaat "rommelen" nog
het volgende: collega Van Dun heeft als voorzit
ter van de HUG-commissie conform de afspraak met
de fractievoorzitters duidelijk gezegd dat we in
dezen de nodige voorzichtigheid moeten betrachten.
De taakstelling voor de sector cultuur, uitgaand
boven hetgeen nu reeds via de HUG op het cultureel
budget is gekort, bedraagt al 100.000,Er
moeten allerlei bedragen van 5.000,en soms
10.000,bij elkaar worden gegrabbeld en iedere
verhoging van de taakstelling zal dan ook zeer
zorgvuldig moeten worden afgewogen.
In het amendement 5 van het CDA wordt voor
gesteld 14.000,vrij te maken. Ik kan natuur
lijk niet waar maken dat in de sector cultuur geen
14.000,zou kunnen worden gevonden. Derhalve
kan ik niet op grond van een dekkingsargument zeg
gen dat het in het amendement voorgestelde onmoge
lijk is en dat ik de aanvaarding van het amende
ment ontraad.
In amendement 9 is een aanzienlijk hoger be
drag aan de orde, namelijk 34.000,Hierdoor
wordt het taakstellend karakter met ruim één derde
verminderd. Tegen hetgeen de heer Oomen inhoude
lijk heeft aangevoerd maak ik bezwaar. De post-in-
kwestie heeft niet de door de heer Oomen geschil-