855
19 MEI 1982
de woorden van mevrouw Paulussen dat zij, buiten
de afspraken die zij met de gemeenteraad heeft,
nog eens even apart een interpretatie aan de wel-
zijnsinstellingen wil geven, maar dat is nu juist
niet de bedoeling.
Wethouder mevrouw PAULUSSEN: Het college wil
helemaal niet nog apart dingen gaan zeggen. Ik heb
de raad gevraagd mij in staat te stellen met de
instellingen te praten over de vraag, wat zij on
der het geformuleerde beleid binnen de algemene
welzijnskaders verstaan en welke punten voor het
program 1983 in voorbereiding zijn, zodat we er
nog gezamenlijk invulling aan kunnen geven. Ik
zou toch van de raad mogen vragen de instellingen
uit te nodigen om daar met elkaar over te kunnen
praten? We kunnen dan verduidelijken wat wordt be
doeld en wat onder de welzijnskaders wordt ver
staan. Door de raad is uitdrukkelijk een welzijns-
programma 1982 vastgesteld.
De heer TEN WOLDE: Als u goede contacten
met de welzijnsinstellingen hebt, kunnen we ervan
uitgaan dat het overleg automatisch plaatsvindt,
maar u doet alsof u steun van de raad nodig hebt
om het overleg te bewerkstelligen. Dat zou getui
gen van een slechte verstandhouding.
De VOORZITTER: Wie wenst naar aanleiding van
de opmerkingen van mevrouw Paulussen nog iets te
zeggen?
De heer HENDRICKS: Naar aanleiding van "de
mist" of de "onduidelijkheid" zou ik een stukje
willen citeren uit eigen werk van het college,
namelijk het interimrapport heroverweging gemeen
telijke uitgaven, 16 juli 1981, hoofdstuk "Be
leid, gericht op welzijn", prioriteiten (bladzijde
11). Ik lees daar: "Deze prioriteiten ten aanzien
van het welzijnsbeleid in Breda, voor zover lig
gende in het vlak van de buurtaanpak en de speciale