867 19 MEI 1982 De heer HENDRICKS: Ik acht de rekenkunst van de wethouder van een niet hogere waarde dan de mijne De heer EISSENS: De wethouder heeft wèl iets langer ervaring dan ui De heer HENDRICKS: De wethouder is misschien ook ouder dan ik, maar ik weet niet of dat bij dit vraagstuk relevant is. Wellicht is hij jonger, maar ook dat lijkt mij weinig belangrijk. Het gaat erom dat er dekking is gegeven voor een bepaald niveau en dat er veel minder is uitge geven en dat er dus gelden zijn teruggevloeid, wellicht in reservepotten waaruit men zou kunnen putten voor de plannen die in de pijplijn zijn blijven zitten. Structureel terugbrengen naar 6,5 miljoen is dus geen feitelijke bijdrage. Ik wil aangetoond zien dat men in enig jaar in dit geval 1983 concreet boven de 5 miljoen zal uitgaan. In verband hiermee hebben wij ons amendement ingediend. De heer OOMEN: De PvdA-fractie verbaast zich in hoge mate over dit voorstel van D'66. In feite zorgt men er op deze manier voor dat de gemeente minder geld krijgt om te investeren in werkgelegenheid, intern en extern. Dit lijkt mij in hoge mate in strijd met zowel het landelijke als het plaatselijke programma van D'66. De heer TEN WOLDEOp het ogenblik loopt er van alles door elkaar. De heer Hendricks heeft terecht op een onduidelijkheid gewezen. De opmer king van de heer Van Dun, inhoudende dat de capa citeit van 8 naar 6 wordt teruggebracht, is juist, maar vormt geen antwoord op de vraag van de heer Hendricks. De gedachtengang van de heer Hendricks is dat we op 5 miljoen starten en dat, wanneer het investeringsniveau, door welke ver plichtingen of noodzakelijkheden dan ook, hoger

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 867