86 21 JANUARI 1982 16. bijlage nr. 14. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREKKING TOT HET SOCIAAL-CULTUREEL EN EMANCIPATIEPLAN 1982-1985, RESPECTIEVE LIJK PROGRAMMA 1982. (P) De VOORZITTER: Mevrouw Paulissen zal vooraf een mededeling doen. Wethouder mevrouw PAULUSSEN: In de laatste vergadering van de commissie sociale zaken en in de commissievergadering daarvóór heb ik namens het college met de commissieleden van gedachten mogen wisselen over de bezuinigingen die van de kant van C.R.M. naar de gemeente toe komen. Ik heb de commissie beloofd dat ik deze materie in het college aan de orde zou stellen en dat ik in de raad zou mededelen op welke wijze wij de rijks bezuinigingen voor 1982 willen opvangen. Als ik daarover nu namens het college vooraf een mede deling doe, zou dit de discussie kunnen bekorten. Met betrekking tot de bezuinigingen voor 1982 op rijksbijdragen c.q. rijkssubsidies zijn voor de diverse onderdelen verschillende per centages genoemd. Vanavond zou ik vooral willen mededelen wat het college gaat doen met de be zuiniging van 6,6% in relatie tot het programma 1982 sociaal-cultureel werk. Eerder heb ik als onze mening te kennen gegeven dat de fase waar in en het tijdstip waarop deze bezuinigingen naar de gemeente toe gekomen zijn, bijna onaan vaardbaar moeten worden genoemd. Desalniettemin: eind december hebben wij schriftelijk van C.R.M. bericht gekregen dat voor het sociaal-cultureel een korting van 6,6% ongeveer 166.000, wordt toegepast. De minister van C.R.M. heeft in zijn circulaire als uitgangspunt vermeld dat de ombuigingen op de begroting dienen te leiden tot vermindering van uitgaven van instellingen en dat met deze ombuigingen niet wordt beoogd de rijksbezuinigingen af te wentelen op de gemeente.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 86