869 19 MEI 1982 Men moet toch even langer nadenken. Het is geen kwestie van een dienst die toevallig iets uit geeft. Het gaat om een dienst die rendabel en on rendabel investeert, een dienst die op bepaalde momenten met kostenverdeelstaten werkt. De heer Ten Wolde zit ook al weer nee te schudden, maar dit maakt ontzettend veel uit! U zit op deze manier morgen personeelsleden te ont slaan die niet ontslagen kunnen worden. Waar schijnlijk ik praat dan over de interne werk gelegenheid zullen de effecten nog nadeliger zijn dan op het ogenblik uit de besprekingen blijkt. Kijkt u maar naar uw financiële expert in de fractie. De heer TEN WOLDE: Dit is geen uitleg. De fractievoorzitter van het CDA heeft zojuist ge zegd dat de wethouder het beter weet dan iemand anders. Ik stel een redelijke vraag. Als het investeringsniveau lager ligt ik verwijs naar de argumentatie die de wethouder zojuist zelf heeft gebruikt heeft dat zwaardere budgettaire effecten in de zin van bezuinigingen. Het behoort mijns inziens wel degelijk tot de mogelijkheden nu voorlopig een limiet op 5 miljoen vast te stellen zonder het niveau van 6,5 te blokkeren. De wethouder zet mij onder druk door te wijzen op effecten in de sfeer van het personeel, maar dat is een argument van andere orde dan de vraag die nu op tafel ligt. De wethouder moet dit as pect niet in de vorm van een vraag naar mij terug spelen. Hij moet antwoord geven op de vraag, of het tot de mogelijkheden behoort dat een lager investeringsniveau het bedoelde budgettaire ef fect heeft, zonder dat per definitie een zwaar bedrag terugvloeit naar het budget-egalisatie fonds. Daar gaat het om. De VOORZITTER: De wethouder zal nu nog iets zeggen en we sluiten daarmee het debat af, want we hebben nu drie termijnen gehad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 869