19 MEI 1982 878 antwoorden geeft op de problemen waar we voor staan. Ik wil de motie dan ook overeind houden. De heer OOMENSommige aspecten van deze motie spreken ons best aan. De heer Garritsen is van mening dat ten opzichte van de landelijke be zuinigingen een bepaald standpunt moet worden ingenomen. Ook de PvdA is niet vies van buiten parlementaire actie, maar wij vinden dat, anders dan overweging nr. 3 wil doen geloven, in het ka der van de HUG-operatie wel degelijk wordt gepro beerd vrij komende gelden aan te wenden om struc turele arbeidsplaatsen te scheppen. Wij zijn het met de conclusie van de heer Garritsen niet eens en wij zullen de motie niet steunen. Motie 7 wordt geacht te zijn verworpen, aan gezien slechts de heer Garritsen zich er vóór wenst uit te spreken. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten (agendapunt 6)met in achtneming van de aanvaarde amendementen en aangebrachte wijzigingen en onder aanteke ning dat de heer Garritsen geacht wil wor den te hebben tegengestemd. De VOORZITTER: Ik stel voor de aan de raad gerichte brieven door het college te laten afdoen, met inachtneming van de besluitvorming die tot stand is gekomen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER: Tot slot, dames en heren, wil ik u bedanken, vooral de voorzitter en de andere leden van de HUG-commissieNatuurlijk zijn vele ambtenaren bij de operatie betrokken geweest, maar het lijkt mij verantwoord in het bijzonder de heer Van Staveren en mevrouw Bias onze erken-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 878