19 MEI 1982 886 Fleskens nu op de proppen komt met een intern ver slag van een vergadering van het bestuur van een fractie van een andere politieke partij, namelijk de onze, en dat hij daarin kennelijk iets leest wat er helemaal niet in staat. Ik blijf wat dat betreft bij de opvatting die ik zojuist al heb uitgesproken: wij vinden het aanvragen van een interpellatie een te zwaar middel. Het lijkt er nu een beetje op dat de heer Fleskens als jurist toch eigenlijk wel kwalijke zaken gebruikt om zijn ge lijk te krijgen, terwijl het helemaal niet zo is. Wij vragen ons af of het nu gaat om. De heer FLESKENSHebben we hier nu een discussie over de voorlichting van de wethouder aan de raad of over de vraag hoe men in die dis cussie aan informatie komt? Ik ben trouwens wel bereid letterlijk te citeren. Onder punt 10 van de agenda is letterlijk genoteerd: "Woonwagenbe woners gaan allemaal artikel 1O-standplaatsen aanvragen (tegenactie prima)". De heer OOMEN: Ik laat de methode van de heer Fleskens voor zijn rekening. Het citaat is juist. Uiteraard kennen ook wij dat verslag. Als fractieleden iets in hun bestuur bespreken, hoeft dat, denk ik, nog niet in te houden dat de wet houder op de hoogte is, maar het lijkt mij het beste wat dit betreft het antwoord van de wethou der af te wachten. Wethouder mevrouw PAULUSSEN: Op 13 mei heeft de heer Fleskens gevraagd of ik op de hoogte was van meerdere of andere aanvragen. Ik heb daar met "neen" op geantwoord. Deze vraag heb ik opgevat in de formeel-juridische zin: ik meende dat de heer Fleskens in die zin informeerde of ik ervan op de hoogte was dat er nog méér aanvragen zouden komen. Ik heb daarop "neen" geantwoord en ik was daarvan niet op de hoogte. Wèl was ik op de hoogte van een melding in het fractiebestuur dat er moge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 886