889
19 MEI 1982
naar aanleiding van de aanvragen die nu zijn inge
diend. De bespreking in het fractiebestuur van de
P.v.d.A. heeft zich afgespeeld naar aanleiding
van de algemene problemen waarmee men in den lande
te maken heeft; men had daarbij niets specifiek
Bredaas in de zin. Om die reden heeft de wethouder
die wetenschap niet specifiek ingebracht in de
discussie van 13 mei. Zij achtte het punt-in-kwes-
tie van algemene bekendheid en niet iets dat spe
cifiek voor de situatie in Breda en voor de beoor
deling van het betrokken geval van belang was.
De heer OOMEN: Voor het geval dat in eerste
termijn een interruptie niet duidelijk is geweest,
wil ik nog het volgende zeggen. De algemene pro
blematiek van de decentralisatie van woonwagens
binnen en buiten Breda komt in onze fractie en in
het bestuur van de fractie herhaalde malen aan de
orde. Zoals men weet hecht onze fractie 'zeer gro
te waarde aan de uitvoering van het beleidsplan
dat vier jaar geleden is vastgesteld. Herhaalde
malen hebben wij hiervoor via vragen en brieven
aandacht gevraagd. Gisteren is namens drie frac
tieleden en de D'66-fractie nog een brief over de
problematiek van de woonwagenlokaties naar het
college gegaaan, een brief waarin op spoed wordt
aangedrongen. De problematiek is zoals gezegd
herhaaldelijk aan de orde en daarbij komen natuur
lijk allerlei aspecten van de woonwagenkwestie
boven tafel. Juist omdat onze fractie zich nadruk
kelijk met de materie bezighoudt, kennen we alle
ins en outs van de woonwagenproblematiek; de wet
houder heeft daarop al gewezen en er zijn andere
fractieleden dan...
De heer FLESKENS: Mag ik u een vraag stel
len? Zijn die 13 aanvragen nu wel of niet ter
sprake gekomen?
De heer OOMEN: Natuurlijk niet. Wij hebben
gewoon in het algemeen gesproken over wat er met