921 24 JUNI 1982 krijgen. Voorts wijs ik erop dat de besluiten waartoe u wordt verleid ontzettend simpel zijn. Het gaat om herbevestiging van een regime rond afkoopsommen dat de raad al bekend is; in feite is het in 1972 al vastgesteld. Daarnaast is aangegeven wat het zou betekenen indien de motie die ongeveer een halfjaar geleden door de gehele raad is ondersteund zou worden uitgevoerd. Ik heb begrepen dat op ge noemde motie een nieuwe motie gaat volgen, inhou dend dat op die wijze tot uitvoering kan worden overgegaan. Als wij over die beide punten een be sluit hebben genomen, kunnen wij de mensen in de wijk vertellen of zij al of niet op een bepaald bedrag kunnen rekenen waarmee de afkoopsom vermin dert. Wanneer de raad nu geen uitspraak doet, kun nen we in de richting van de mensen geen duidelijk en definitief verhaal van de zijde van de gemeente op tafel leggen. Daarom is het noodzakelijk hier over zo snel mogelijk een besluit te nemen. Het hele verhaal is weliswaar complex, maar de beslui ten waarom het nu gaat zijn erg simpel. De heer GARRITSENAls het inderdaad om zulke simpele besluiten gaat, vraag ik me af waarom de commissie er dan zo veel tijd voor nodig had. Ik ben van mening dat wij als raad heel goed moeten weten waarover wij besluiten, zodat wij van de on derbouwing op de hoogte moeten zijn. Thans zijn slechts vier leden van deze raad redelijk tot ge detailleerd op de hoogte, terwijl de overige raads leden er niet toe in staat zijn hierover gefun deerd een oordeel te vormen. Ik vind dit dan ook een onverantwoorde wijze van besluitvorming. Ik kan wel begrip hebben voor het argument dat de be woners hierom vragen, maar het college had er dan ook voor moeten zorgen dat de stukken op tijd bij de raadsleden bekend waren geweest, opdat wij in onze fracties daarover hadden kunnen spreken. De heer FLESKENSAls de heer Garritsen er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 921