927
24 JUNI 1982
passing van de gewijzigde regeling, nl. de de
centralisatie, voldoende resultaat heeft opge
leverd, kan gezegd worden dat de totstandkoming
van nieuwe standplaatsen tot nu toe in het ge
bied van het woonwagenschap, inclusief de ge
meente Breda, traag verloopt en achterblijft
bij de verwachtingen. Hiervoor zijn twee oor
zaken aan te wijzen. Hoewel wij de overgang
van de zorg voor de huisvesting van woonwagen
bewoners van het ministerie van cultuur, recre
atie en maatschappelijk werk naar het ministe
rie van volkshuisvesting en ruimtelijke orde
ning toejuichen, heeft deze overgang een ver
tragend aspect. Door het ministerie van C.R.M.
goedgekeurde locaties worden nu door het mini
sterie van v.r.o. op de economische haalbaar
heid getoetst.
Daarnaast nemen de procedures volgens de Wet
ruimtelijke ordening, die gevolgd moeten worden
om locaties te kunnen realiseren, veel tijd in
beslag.
Er zijn nu goede afspraken gemaakt op provinci
aal niveau om de procedures te versnellen.
Het inrichten van nieuwe standplaatsen in Breda
is ook vertraagd door de onzekerheid over het
aantal standplaatsen dat op Driekoningenoord
zou mogen blijven en over het maximale aantal
standplaatsen per locatie in het algemeen.
Over deze zaken is nu duidelijkheid.
De deelnemende gemeenten hebben hun eigen ver
antwoordelijkheid ten aanzien van het inrichten
van standplaatsen; ook de gemeente Breda.
De gemeente Breda heeft weliswaar nog geen de
finitieve standplaatsen ingericht, maar heeft
door het inrichten van twee tijdelijke centra
een bijdrage geleverd aan de positieve beeld
vorming bij de huisbewoners ten aanzien van
woonwagenstandplaatsen en de verlichting van
de druk op Driekoningenoord.
3. Vraag 2 hoeft niet ontkennend beantwoord te