24 JUNI 1982 930
2.
Wanneer was het college c.q. de wethouder, op
ali-
de hoogte van deze verschrijvingen? Welke maat
e
regelen heeft het college toen genomen? Is er
het
in dit verband ook gerapporteerd aan het mini
van
sterie van v.r.o. en de h.i.d.? Zo ja, op welke
oor
wijze? Zo nee, waarom niet?
3.
Kan het college een verklaring geven hoe het
mogelijk is dat de ambtelijke onderzoekscommis
sie inzake de Brebo-affaire de gepleegde ver
schrijvingen niet duidelijk aan het licht
bracht? Terwijl in het kader van het onderzoek
ng
zij informaties heeft ingewonnen bij Wilma?
er—
rd-
4.
Indien de gemeenteraad zou besluiten tot het
instellen van een onafhankelijk onderzoek welke
o-
consequenties heeft dat voor het college én
a-
voor wethouder Van Dun?
Is dit punt recent in het college aan de orde
geweest? Zo ja, welke standpunten werden toen
den
door elk lid van het college ingenomen?
ANTWOORD
n
1.
Wij verwijzen U naar pagina 4 van de U bekende
notitie van ons college, opgesteld naar aanlei
ge-
ding van de door de staatssecretaris van volks
huisvesting en ruimtelijke ordening op 15 janu
ari 1982 aan de woningbouwvereniging "St. Jo
seph" verzonden brief. Op die pagina stellen
wijdat wij de resultaten van het in de brief
genoemde justitieel onderzoek in de richting
van alle betrokkenen afwachten.
r-
Wij attenderen U:
i-
a. op het feit, dat wij in onze notitie het
woord "alle" hebben gebruikt;
ze
b. op het feit, dat wij U in onze brief van 17
ge
november 1981 nr. SPB/97867 hebben medege
deeld, dat het naar ons oordeel nog steeds
een juiste handelwijze is, resultaten van