24 JUNI 1982
944
steeds stukken uitgebracht en er was inderdaad een
bepaalde duidelijkheid ontstaan, maar de gemeente
liet het er keer op keer bij zitten door te bewe
ren dat de gegevens nog niet voldoende hard waren.
Ik vind het erg merkwaardig dat het college er ve
le maanden voor nodig heeft gehad om hierin klaar
heid te krijgen, terwijl het Boddaertcentrum
steeds met de nodige uitstekend onderbouwde gege
vens kwam. In feite werd ook door alle fracties in
de raad gezegd dat hiermee moest worden gestart.
Er had al eerder een besluit kunnen worden genomen
omtrent het starten met een derde groep wij heb
ben daarvoor meermalen gepleitwaarin dan een
"mits" had moeten worden ingebouwd inzake de sub
sidiëring door C.R.M. Het nemen van een dergelijk
besluit komt in deze raad wel vaker voor. Vermoe
delijk zou er dan ook wel een brief van C.R.M. op
tafel zijn gekomen. Ik vind de hele procedure zo
als die is verlopen fnuikend voor de verhouding
met het Boddaertcentrum.
Wethouder PAULUSSEN: Wij hebben duidelijke
afspraken gemaakt inzake de voorbereiding van
stukken, onder andere dat een instelling voor het
verwerven van subsidie haar interpretatie moet
proberen te geven van de correspondentie met C.R.M.
Dat is een heel legitieme gang van zaken. Wij die
nen als gemeente een aantal zaken in acht te nemen
en moeten ook redelijkerwijs van de verwachting
kunnen uitgaan dat subsidie zal kunnen worden
verkregen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten.
8. bijlage nr. 206
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
VASTSTELLING VAN DE TIJDELIJKE SUBSIDIEVERORDE
NING MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING. (P)