955
24 JUNI 1982
worden besteed. Hierbij kan bijvoorbeeld worden
gedacht aan het behouden van de functie van het
M.A.I.C., dat nu ook al een belangrijke informatie
functie voor de buitenlanders vervult. Voorts in
teresseert het ons te vernemen of de nota onder
zoek ten behoeve van welzijnswerk voor Surinamers
aan het gestelde doel beantwoordt. Gelet op de
eerste reactie van lieden uit het welzijnsveld
worden daarbij grote vraagtekens gezet. Het onder
zoek is duur en wanneer niet aan de opdracht wordt
voldaan, zal onzes inziens daarvoor minder geld
moeten worden betaald. Daar het onderzoek is geba
seerd op vele gesprekken en rapporten, is de vraag
gewettigd of de wethouder ertoe bereid is dit ma
teriaal ook ter beschikking te stellen van degenen
die een en ander moeten beoordelen.
Procedureel gezien hebben wij erg veel moeite
met dit stuk. De wethouder loopt al lang genoeg
mee om te kunnen weten dat alvorens dit soort uit
gaven kunnen worden gedaan de instemming van de
raad dient te worden gegeven. De raad bepaalt waar
aan gelden kunnen worden besteed, uiteraard op
voorstel van b. en w. De wethouder kan en zal daar
bij vaak een leidende en initiërende rol spelen.
In dit geval is dat geenszins gebeurd en heeft de
wethouder gelden besteed en uitgaven gedaan op
eigen gezag, waardoor zij een onjuist gebruik heeft
gemaakt van haar functie. Ik zou hierop wellicht
niet zo diep zijn ingegaan en de wethouder derge
lijke verwijten niet hebben gemaakt, ware het niet
dat de P.v.d.A. door geen reactie op die handel
wijze te geven deze schijnt goed te keuren. Ik
vraag mij af hoe de P.v.d.A. het bestaat één van
onze eigen wethouders, die te goeder trouw het
slachtoffer werd van ambtelijke onzorgvuldigheid,
in een heksenjacht, alsof kwader trouw aan de orde
zou zijn, te vervolgen. Als we zo met elkaar om
gaan zijn de ethiek en de moraliteit ver te zoeken.
Wethouder PAULUSSEN: Ik ben er blij om dat de
heer Eissens een tweedeling heeft gemaakt en zich