24 JUNI 1982
958
van secretaris van de stuurgroep minderhedenbeleid
hetgeen een zeer centrale rol is. Daarnaast zijn
enkele ambtenaren vanuit verschillende afdelingen
en met verschillende functies gemandateerd in de
stuurgroep. Zij proberen voor zover dat mogelijk
is een stukje coördinatie tot stand te brengen.
De heer Eissens heeft verder gevraagd of van
uit mijn portefeuille voorstellen zijn te verwach
ten inzake instelling van een artikel-61-commissie
Zoals hij weet hebben wij in de nota inzake de
verre burgers ten aanzien van de inspraak en het
structureel contact met de verre burgers drie mo
dellen aangegeven. In de inspraakprocedure is nog
niet voor één van die drie modellen gekozen. Dit
onderwerp zal nog nader met de kaders van de ver
schillende groepen moeten worden besproken. Zoals
in de nota is vermeld hebben wij met de kaders van
de verschillende groepen inspraakavonden gehouden,
die bijzonder geslaagd waren. De Marokkaanse bur
gers zijn met 150 mensen gekomen, de Turkse ge
meenschap was met 80 mensen vertegenwoordigd en de
Spaanse gemeenschap met zo'n 60 a 70 mensen. Al
leen de opkomst van de zijde van de Joegoslavische
gemeenschap was gering, maar het aantal Joegosla
vische burgers in Breda is ook vrij klein. Er is
afgesproken dat de wijze waarop wij in de toekomst
verder in contact zullen blijven met deze groepen
nog nader met de besturen zal worden besproken. Ik
kan nog niet zeggen welke keuze de bijzondere groe
pen zelf zullen maken. Nadat de inspraak is afge
rond zal de raad daarover informatie bereiken.
Voorts heeft de heer Eissens gevraagd naar
eventuele experimenten. Wij hebben in 1981 op deze
tijdelijke rijksbijdrageregeling ingespeeld door
te pogen het welzijnswerk voor Surinamers op te
starten. Toen de S.S.K.S., de stichting voor wel
zijnswerk ten behoeve van Surinamers, was opgehe
ven, heeft het ministerie van C.R.M. gevraagd of
de gemeenten in dezen de verantwoordelijkheid op
zich wilden nemen. Wij hebben vervolgens een jaar
lang geprobeerd te overleggen met