969
24 JUNI 1982
van de heer Van Asseldonk.
De heer VAN ASSELDONK: Die moeten dan inder
daad naar die woningen gaan.
De heer OOMEN: De computer zal ons dergelijke
gegevens kunnen verschaffen.
De heer GARRITSEN: Aan het eind van de rit,
na bijna vier jaar, wordt er dan een stichting
opgericht. Daartegen is jarenlang verzet gepleegd,
want het zou aanvankelijk een artikel-61-commissie
worden. Als we voor een andere weg hadden gekozen
zouden we wellicht sneller tot resultaten zijn ge
komen, maar onderweg deden zich wat hobbels voor.
Zelf heb ik gepleit voor instelling van een arti
kel-61 -commissie, dit op grond van een paar over
wegingen. Toen wij intensief over dit onderwerp
gingen spreken, zaten twee van de drie woningbouw
verenigingen in Breda in ernstige problemen. Er
was dus sprake van dat wij als gemeentelijke over
heid bevoegdheden gingen overdragen aan woning
bouwverenigingen die niet zo best functioneerden,
om het inaar heel voorzichtig te zeggen. Zoiets is
onacceptabel en vandaar ook dat wij daar niet be
paald voor waren. Op dit moment ligt een voorstel
voor inzake de oprichting van een stichting waar
in de gemeente zal participeren via het woningbe
drijf en waarin voorts drie woningbouwverenigingen
zullen zijn vertegenwoordigd, waarvan één woning
bouwvereniging naar ons oordeel nog steeds niet de
toets der kritiek kan doorstaan. Wij zijn van me
ning dat met deze vereniging, St. Joseph, geen za
ken kunnen worden gedaan en dat we met zo'n parti
cipant niet in een stichting kunnen zitten. Bij
Laurentius ligt het enigszins anders, want daar
heeft men gelukkig gekozen voor een interimbestuur
en bij die vereniging is inmiddels de zaak ge-
claand, terwijl men bij St. Joseph het oude be
stuur heeft gehandhaafd, wat ik een slechte zaak
vind. Ook voor wat betreft de gemeente zelf moeten