24 JUNI 1982
970
over dit punt enkele opmerkingen worden gemaakt.
Zojuist hebben we daarover al iets gezegd, toen we
spraken over de tijdelijke subsidieverordening
voor het maatschappelijk werk. De gemeente legt
allerlei voorwaarden op aan het particulier initia
tief, wat op zichzelf uitstekend is, maar die
voorwaarden zullen dan ook moeten gelden voor het
gemeentelijk woningbedrijf. Als wij bevoegdheden
afstaan aan de woningbouwverenigingen en het ge
meentelijk woningbedrijf, zullen we erop moeten
toezien dat de democratisering zich op een juiste
wijze voltrekt. De gemeente zal daarbij de hand in
eigen boezem moeten steken en actief daaraan moe
ten gaan werken.
De opzet zoals die in het voorstel is aange
geven, met het puntensysteem en dergelijke, vind
ik juist, die betekent een stap in de goede rich
ting. Het blijft echter voor de P.S.P. een onover
komelijk probleem vormen dat er sprake is van een
participant waarmee naar onze mening op dit moment
nog geen zaken kunnen worden gedaan, zo lang de
situatie daar nog niet is geklaard.
De heer DEK: Eindelijk liggen dan nu voor ons
de definitieve statuten van de Stichting Woonruim
teverdeling Breda. Het zal het college niet onbe
kend zijn dat we bij de vorige behandeling nogal
wat kritische kanttekeningen hebben geplaatst bij
die statuten en ook bij de samenwerkingsovereen
komst die op dat moment voorlag. Ik wil niet alles
wat ik toen heb gezegd herhalen, maar wel moet ik
de trieste constatering naar voren brengen dat on
danks ons uitdrukkelijke verzoek om de visie van
de minderheid van de raad mee te nemen bij het
bijsturen van de statuten naar ons idee die visie
in voldoende mate tot haar recht is gekomen. Wij
betreuren dat. Teneinde niet opnieuw de hele lita
nie, die wij de vorige maal heel duidelijk over
het voetlicht hebben gedragen, te herhalen, wil ik
volstaan met u te verzoeken de notulen van de be
treffende vergadering hierop nog eens na te lezen.