975 24 JUNI 1982 woningbouwverenigingen zal hebben gelezen en der halve ook zijn vernietigend oordeel daarover kent. Naar mijn mening wordt het tijd dat het college bij St. Joseph aandringt op het instellen van een interim-bestuur, zoals dat ook bij Laurentius is gevormd. Ik ben van oordeel dat dit soort zaken serieus ter tafel moeten komen, maar kennelijk heeft het college daar geen problemen mee en gaat het vrolijk hiermee verder. Mijn laatste vraag betreft een verplichting, die weliswaar niet door het college aan de woning bouwverenigingen wordt opgelegd, maar waaraan zij toch wel moeten voldoen. Zijn de jaarstukken van de afgelopen jaren al goedgekeurd? Ik heb daarom trent namelijk mijn twijfels. Wethouder PAULUSSEN: Ik ben in mijn antwoord de discussie over een artikel-61-commissie en een stichting niet uit de weg gegaan. Ik heb nadrukke lijk gezegd dat wij aanvankelijk koersten in de richting van een artikel-61-commissie, omdat wij meenden dat in het kader daarvan de democratische controle het best gestalte zou kunnen krijgen. Die vorm was evenwel niet haalbaar en toen hebben wij bekeken wat wij in een andere rechtsvorm konden De heer TEN WOLDE: Koerste het héle college aan op een artikel-61-commissie of deed u dat al leen? Wethouder PAULUSSEN: Van meet af aan koerste het hele college aan op de totstandkoming van een artikel-61-commissie De heer GARRITSEN: Ik geloof dat dit door de voorzitter wordt betwijfeld, maar ik kan me ver gissen De VOORZITTER: Mevrouw Paulussen was aan het woord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 975