981 24 JUNI 1982 eerlijk zeggen dat ik ook heel goed kan begrijpen dat de verhoudingen met het ENWA verstoord zijn. Ik heb daarvoor begrip, want we hebben inderdaad bepaalde tijden meegemaakt. De wijkcomité's zijn met allerlei klachten gekomen, die nooit door het ENWA zijn erkend. We moeten daar evenwel niet stop pen, want al hetgeen het ENWA op die punten heeft gedaan is gedekt door de commissieleden, onder wie ik zelf, door de diverse wethouders etcetera. Voor wat dat betreft hebben wij dan ook boter op ons hoofd. Ik heb zelfs van mensen gehoord dat zij te gen stadsverwarming zijn omdat brieven die zij vroeger hebben geschreven nooit zijn beantwoord, zo ligt de situatie. De onlust is dus begrijpelijk, maar ik vraag me wel af of die een goede basis vormt voor besluitvorming. Er zijn duidelijk fou ten gemaakt, maar het proces van verbetering is mijns inziens op gang gekomen, zoals we de laatste tijd kunnen merken. De wethouder trekt er goed aan en er is een nieuw adviescomité ingesteld, dat heel duidelijk een goede invloed heeft. De klachten over het ENWA worden thans serieus genomen, terwijl eventuele inbreng daaromtrent ook een kans maakt. Dit blijkt ook uit de tarieven, die we een andere keer gaan behandelen. Ik zal het op prijs stellen als vanavond van de kant van uw college een uitspraak kan worden gedaan omtrent hetgeen door u wenselijk wordt ge acht inzake de komende ontwikkeling in Ypelaar. Na tuurlijk staat het de bewoners van Ypelaar vrij om zelf een keuze te maken, maar gezien de grote lijn van het beleid waarmee wij voor deze stad bezig zijn voor wat betreft de stadsverwarming, heb ik toch dit verhaal willen houden. Ik ben erg benieuwd naar uw reactie daarop. Het zal duidelijk zijn dat wij het geheel zoals u ons dat hebt voorgelegd on derschrijven Thans heb ik de eer de aangekondigde motie in te dienen. De door de heer Kammeraat c.s. ingediende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 981