9 MEI 1983 1001 maar u was erbij en ik ben pas in een later sta dium tot deze raad toegetreden. Ik geloof dan ook dat u eerder een verwijt aan u zelf moet maken dan dat u het tot ons richt. De heer CRUL: Ik richt mij niet alleen tot de V.V.D., maar stel dat wij als raad en college on voldoende kritisch ten opzichte van onze adviseurs zijn geweest. Zij hebben ons doen veronderstellen dat er kansen lagen, terwijl nu blijkt dat die van het begin af aan minimaal tot nihil waren. Dit geldt trouwens niet alleen voor deze kwestiemaar bijvoorbeeld ook voor de Brebo-zaak en andere ten aanzien waarvan wij eveneens adviezen hebben ge kregen die later weinig resultaten bleken op te leveren. Wij zijn van mening dat we in het vervolg op dat punt attenter moeten zijn, zonder dat wij iemand in het bijzonder een verwijt willen maken. Om die reden gaat het ons ook wat te ver om com plimenten uit te delen en in verband daarmee heb ik mij tot de heer Bokkelkamp gericht. Bovendien blijkt er tussentijds nog meer verlies te zijn ge leden dan ons oorspronkelijk bekend was gemaakt, dit door foutieve renteberekeningen enzovoorts. Overigens is dit natuurlijk een heel ingewikkelde zaak, zoals ook wel uit het preadvies blijkt, waarvoor zeer deskundige mensen nodig zijn. In we zen gaan wij nu een akkoord met het schap aan en wij vragen ons af of alles nu wel voldoende is be keken door mensen die kennis van deze materie heb ben, zodat wij er zeker van kunnen zijn dat de nieuwe stappen zonder risico's worden gezet. Uiter aard gaan wij met het voorstel akkoord, want er is geen andere weg, maar wij dringen aan op attentie voor de toekomst. Wethouder VAN DUN: Als je 12,5 jaar wethouder bent ik dank de raad voor zijn gelukwensen, met name de leden die mij persoonlijk hebben gelukge wenst geniet je wanneer, zoals door mijn frac tievoorzitter en de heer Bokkelkamp is gedaan, aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1001