1002
9 MEI 1983
het college complimenten worden gemaakt over een
prudent en vooruitziend beleid. Het is echter zo
jammer dat in het politieke leven de euforie over
die complimenten maar een minuut kan duren, want
dan komt Christ Crul die alles weer de vernieling
in stampt. Dit is dan het politieke spel waarmee
ik al die jaren heb geleefd en ik geloof dat er
inderdaad moet worden gesproken van een politiek
spel, want ik heb de indruk gekregen dat niemand
van degenen die opmerkingen over dit stuk hebben
gemaakt tot de kern van de zaak is gekomen.
De heer Crul heeft de vraag gesteld waarom
de heren Broeders en Van Banning met zoveel opti
misme over de afloop zouden hebben gepraat. Ik
was aanwezig toen zij hierover spraken en ik kan
zeggen dat hun optimisme toch niet zo erg groot
was. Voor zover de reactie op de heer Crul als
optimistisch is overgekomen, kwam dat kennelijke
optimisme vermoedelijk voort uit hun beider chris-
telijk-blijde levensvisie, die ik nog niet wens
te vertalen in vermetel vertrouwen. Ik wil even
wel die subjectieve inschatting mijnerzijds weer
terugnemen, want het gaat er vooral om dat de raad
op basis van bij de raad bekende feiten in de
commissie wees ik erop dat de raad de gang van
zaken van stap tot stap heeft kunnen volgen het
college de opdracht gaf het geding aan te gaan.
Ik kan mij best voorstellen dat de toenmalige wet
houders van financiën -- voor mij zou hetzelfde
hebben gegolden met een soort blijheid vertrou
wen hadden in de uitslag, zonder effectief alle
juridische ins en outs te kunnen uitbenen en in
schatten. Er is gehandeld op basis van een op
dracht van de raad, die wij overigens zelf hadden
uitgelokt.
Met name de heer Bokkelkamp heeft op het
trieste van dit hele verhaal geduid. Breda heeft
namelijk de spits afgebeten in het kader van het
tegengaan van milieuverontreiniging. Wij waren
één van de eerste gemeenten die hun nek uitstaken
om te komen tot een effectieve zuiveringssituatie