1004 9 MEI 1983 bezighoudt, waarover het in dezen feitelijk ging. Dit bureau heeft ons bijgestaan in het sterk ma ken van onze argumenten, maar tenslotte hebben wij het verloren. Ik wijs er evenwel de heer Crul en anderen op dat wij niet op alle punten verloren hebben. Uit het K.B., dat goed dient te worden ge ïnterpreteerd, blijkt dat wij op een aantal pun ten in het gelijk zijn gesteld. D'66 sprak over een koekje van eigen deeg. De afloop van deze kwestie is jammer, maar het is mijns inziens toch een goede zaak dat wij op die manier met elkaar zijn begonnen. Verder vind ik het plezierig van de diverse fracties te begrijpen dat ook zij gelukkig zijn met het feit dat eindelijk dit stuk risico duide lijk is geworden en dat wij het ook kunnen afreke nen, helaas wel ten koste van de algemene reserve en de saldireserveWij houden hieraan een goede zaak voor Breda over, die ons wel boekhoudkundig iets meer heeft gekost dan wij aanvankelijk veron derstelden. De heer Crul heeft verder nog gesproken over de 400.000,waarover ik in de commissie iets heb opgemerkt, echter naar ik meen niet in aanwe zigheid van de heer Crul. Ik heb toen gesteld dat de oplossing van het college in dezen wat arbi trair is, maar dat wij onze beslissing hebben ge nomen tegen de achtergrond van de stand van zaken van de algemene reserve en de saldireserve van dat moment. Wij zouden er overigens geen enkele moeite mee hebben om hier nog eens nader naar te kijken; eventueel kan bij begrotingswijziging een en ander nog worden geredresseerd. Ik kan mij voorstellen dat in het kader van de komende begrotingsbehande ling daaraan nog eens aandacht wordt geschonken. Ondanks de administratief gezien slechte af loop, blijft er toch sprake van een oplossing van de vervuilingsproblematiek in Breda die kwalita tief erg goed is. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1004