103
10 FEBRUARI 1983
mevrouw Van Beusekom het een en ander gezegd over
de opvatting dat aanvragen van bestaande organi
saties die hun oorsprong vinden in confessionele
of politieke achtergronden, van honorering uitge
sloten moeten zijn, mede op grond van het niet
voldoen aan het criterium van openbaarheid. Me
vrouw Van Beusekom plaatst bij deze opvatting
kanttekeningen. De motie in vergelijkbare zin die
door het C.D.A. is ingediend wordt door haar qua
intentie onderschreven. Ik wijs erop dat op dit
ogenblik geen sprake is van een nieuw criterium
ten aanzien van bepaalde confessioneel of politiek
geënte groeperingen. Wêl geldt dat het als een be
lemmering van de openbaarheid wordt gezien wanneer
emancipatieactiviteiten op basis van een ledenbe
stand plaatsvinden en daardoor exclusief voor de
leden bestemd zijn. Wanneer organisaties emancipa
torische activiteiten ondernemen, zal naar onze
mening het openbaarheidscriterium zuiver moeten
worden toegepast. Bij de bespreking van de motie
van het C.D.A. kom ik nog terug op het standpunt
van het college over verscherpte toepassing van
criteria.
Over de sociaal-culturele accommodaties zal
mijn collega Van Asseldonk straks nog het woord
voeren
Mevrouw Van Beusekom en anderen zijn ten
aanzien van de ATD met vragen gekomen. Als ik
daarop reageer wil ik nadrukkelijk vooraf zeggen
dat de activiteiten van de ATD en de gerichtheid
op de cliëntengroep die men daarbij ten toon
spreidt, de grootste waardering van het college
en van ondergetekende hebben. Daarover mag geen
enkel misverstand bestaan, maar anderzijds moet
ik op de volgende feitelijkheid attenderen. Twee
jaar geleden, toen de E.E.G.-subsidiëring ten
einde kwam, is met de ATD afgesproken dat een rap
portage over de overdraagzaamheid van de methode
naar algemene instellingen zou worden gemaakt.
Daarnaast waren er nog enige andere criteria, die
echter van de kant van de ATD anders zijn gewogen