19 MEI 1983 1044 2a. bijlage nr. 190. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWERVING VAN ONROEREND GOED. (D) 3. bijlage nr. 191. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN.(D) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens conform deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten 3a. bijlage nr. 189. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREKKING TOT DE HERINVOERING VAN DE WOON RUIMTEWET 1947. (W) De heer DE ZWART: Het voorstel tot herinvoe ring van de Woonruimtewet 1947 werd gedaan bij de behandeling van de nota volkshuisvesting in okto ber 1981. Op dat ogenblik werd afgesproken dat het gesprek met de makelaars zou worden afgewacht, al vorens tot besluitvorming over het desbetreffende onderdeel van de nota volkshuisvesting te komen. In het voetspoor daarvan kwam de Woonruimtewet 1947 in het programakkoord terecht, een programak koord dat door vier partijen in deze raad werd on dertekend, en wel in een paragraaf die tekstueel gezien alleen kan worden geïnterpreteerd in het licht van de daaraan voorafgaande geschiedenis en die dan ook werd geredigeerd als een logisch ge volg van de verdere uitwerking van de nota volks huisvesting. Inmiddels, nu het 19 mei 1983 is geworden, blijken de besprekingen met de makelaars niet te hebben geleid tot de te verwachten resultaten. Hieruit komt het voorstel voort dat we nu in be handeling nemen. Toch is de herinvoering van de Woonruimtewet 1947 tot drie keer toe aanleiding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1044