19 MEI 1983 1054 uitleggen. De heer DREEFGaat u dat nu doen? De heer TEN WOLDEAls u goed had geluisterd, had u gehoord dat ik het ging uitleggen. Het komt eraan! Ik wijs erop dat degenen die hier van de wet houder een verwijt te horen krijgen, een ietwat andere verantwoordelijkheid hebben dan de gemeen te. De gemeenten hebben in het algemeen tot taak oplossingen te creëren voor dingen die in de maat schappij minder goed functionerenHet past niet degenen die in deze slechte economische tijd nog de bereidheid hebben om iets te investeren, te verwijten dat in minder goed renderende sectoren zo eenvoudig ligt het in het bedrijfsleven bij voorbaat geen geld wordt gestoken. Die erken ning wil ik graag op tafel hebben. De heer DREEFOnderschrij ft u dat? De heer TEN WOLDEIk onderschrijf dat het logisch is dat institutionele beleggers minder ge makkelijk in minder renderende sectoren investe ren. Van oudsher heeft de overheid de aanvullende taak om wat dat betreft voor een invulling te zor gen. Het past niet die taak naar derden af te schuiven en een verwijtende vinger te heffen. De heer DREEF: Welke waarde hecht u dan aan punt 2 op bladzijde 13 van het programakkoord? Daarin is sprake van volkshuisvestingsbeleid met een sociaal karakter, maar u pleit nu meer voor de beleggerskantin het kader van wat de wethouder zou hebben gezegd. De heer TEN WOLDE: Zo lust ik er nog wel een paar! Daar gaat het helemaal niet om; u hebt he lemaal niet begrepen op welk vraagstuk ik doel. Het gaat erom dat we in het kader van het sociale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1054