19 MEI 1983
1056
externe beoordeling komen. Het past niet, zonder
inhoudelijke argumenten en slechts op basis van
een politieke argumentatie dergelijke systemen
naar ons toe te trekken. Dit systeem vergt een in
tensieve ambtelijke begeleiding en hoe zuur het
ook klinkt, ik moet constateren dat het invoeren
van een systeem dat het aantrekken van personeel
nodig maakt, in strijd is met een personeelsbeleid
waarbij de gemeente zich ten opzichte van de inzet
van extra personeel terughoudend opstelt. Ook dat
aspect moet in de beschouwing worden betrokken.
De heer Ten Wolde dient het navolgende amen
dement in:
"De raad in vergadering bijeen op donderdag 19
mei 1983 ter behandeling van het agendapunt met
betrekking tot het voorstel tot herinvoering van
de Woonruimtewet 1947,
constateert dat:
-in hoofdstuk IV van het programakkoord onder
punt 17 is opgenomen dat de invoering kan worden
geblokkeerd als die ten aanzien van het effect
in relatie tot de kosten onverantwoord is,
-in de ter visie gelegde stukken naar onze mening
een onvoldoende kwantitatieve onderbouwing is
aangegeven
-er derhalve voor de raad geen andere beoorde
lingssituatie is ontstaan dan voor het formule
ren van het programakkoord
-alle drie plaatselijke woningbouwverenigingen
constateren dat het besluit prematuur is, dan
wel het nuttig effect in relatie tot de kosten
betwijfeld moet worden,
besluit
thans (nog) niet over te gaan tot een verzoek
aan de Kroon tot het weder op Breda van toepas
sing verklaren van de Woonruimtewet 1947 en
eerst nadere kwantitatieve gegevens aan de raad
voor te leggen, welke opgesteld worden in samen
werking met een extern adviseurzoals één van
de landelijke centrales van de woningcorporaties,