19 MEI 1983
1062
beeld en de uiteindelijke effecten aardig versto
ren. De tarievennota die in voorbereiding is wach
ten wij graag af, maar we vragen ons af of hierin
wel een aanleiding voor de invoering van de Woon
ruimtewet wordt gevonden.
In de gesprekken met de makelaars blijken met
name sociale aspecten vrij onoverkomelijk proble
men op te leveren; ook de vorige spreker heeft
daarop geattendeerd. Door de makelaars wordt een
relatie huur/inkomen gevraagd die aan het bedoelde
effect voorbij gaat, terwijl tevens de huursubsi
die niet in beschouwing wordt genomen. Juist de
huursubsidie is naar onze mening een essentieel
element in de verlichting van de woonlasten van de
sociaal zwakkeren.
De Woonruimtewet kent twee instrumenten: de
woningtoewijzing en de vordering. Over de woning
toewijzing heb ik zojuist al gesproken. Wat de
vordering betreft: naar mijn mening is het juist
met behulp van dit instrument mogelijk de kwanti
tatieve woningnood te verminderen. Vordering is
een direct middel om de ongewenste situaties aan
te pakken. Desondanks staat in het collegevoorstel
te lezen dat van dit middel slechts sporadisch ge
bruik zal worden gemaakt. Dit verbaast ons, zeker
gelet op het directe effect van de vorderingsmaat
regel. Wij vragen ons af wat de draagwijdte van
deze wellicht politieke opmerking is. Zij ont
kracht namelijk hetgeen over vordering wordt be
toogd
Vervolgens iets over de effecten van de in
voering. Het is ontegenzeggelijk waar dat door de
invoering van de Woonruimtewet een groter deel van
het woningbestand onder de invloedsfeer van de ge
meente komt. Dit geldt zowel voor de goedkopere
vrije sector als voor de bedoelde huurwoningen.
Het sociale aspect is voor ons overduidelijk aan
wezig en we hebben daarmee politiek gezien geen
moeite. Op het gebied van de financiën echter be
staat voor ons onduidelijkheid inzake de relatie
kosten/baten. In deze tijd waarin we van iedereen