1065
19 MEI 1983
toename van de leegstand, dan is het nodig effec
tief van het vorderingsinstrument gebruik te kun
nen maken.
Er zijn bezwaren naar voren gebracht, inhou
dende dat sommige beleggers Breda zouden gaan mij
den. Wij delen deze angst niet. Natuurlijk is het
mogelijk dat er enkele beleggers zijn die zich
door de Woonruimtewet laten afschrikken; het is
slechts de vraag of dit een negatief effect is.
Het enige wat wij dan kunnen constateren is dat
die beleggers ervoor kiezen hun eigen financiële
positie zeker te stellen en dat zij niet kiezen
voor het leveren van een sociale bijdrage aan een
eerlijk.
De heer TEN WOLDE: Maar ze bouwen huizen en
u stuurt ze weg! Dat is het grote verschil. Als je
ze wegstuurt bouwen ze geen enkel huis.
De heer SIMONS: Hun argumenten om woningen te
bouwen komen erop neer dat ze er winst uit willen
halen. Hun doel is niet een bijdrage te leveren
tot de oplossing van de woningnoodproblematiek.
De heer TEN WOLDE: Waarom houden het A.B.P.
en andere beleggers zich dan bezig met sociale wo
ningbouw?
De heer SIMONS: Omdat zij zich daarmee finan
cieel zeker kunnen stellen.
De heer TEN WOLDE: U bazelt gewoon uit uw nek
De heer SIMONS: Dat zegt
De heer TEN WOLDE: Ik zal de woorden van de
heer Van den Wijngaard aanhalen: u bent tot alles
in staat, maar nergens geschikt voor. Het klopt
precies!
De heer SIMONS: Dat zijn üw woorden. Ik denk