1075 19 MEI 1983 allerlei onderwerpen heeft gepraat, dat in die werkgroepen, afhankelijk van het feit of er corpo ratiebestuurders of makelaars in zaten, totaal verschillende aspecten aan de orde zijn geweest en totaal verschillende meningen op tafel kwamen wat mij overigens niets verbaast dat er geen vaste uitspraak is gedaan, inhoudende dat bijvoor beeld de Woonruimtewet niet zou moeten worden in gevoerd en dat alleen bij wijze van algemene con clusie kanttekeningen zijn gemaakt bij de model- woonruimteverordening die op het ogenblik in dis cussie is, iets wat mij een heel goede zaak lijkt. Als de heer Ten Wolde zegt: "Er is op een N.I.R.O.V.-congres dit of dat gezegd," dan lijkt het mij praktisch uitgesloten dat hij ongelijk heeft, maar wanneer door een of meer deelnemers aan vijftien werkgroepen iets wordt gezegd, is dat geen congresmening. Ik denk dat het wèl goed is dat de informatie die de heer Ten Wolde geeft in ieder geval in die context wordt geplaatst. De heer DREEF: Uw antwoord is duidelijker dan wat de V.V.D.-fractie zojuist op tafel heeft ge bracht. De heer TEN WOLDE: Dit waren enige stellingen uit de plenaire discussie van het congres en niet, zoals de wethouder suggereert, uit één van de vijftien werkgroepen. Dat is volstrekt onjuist. De heer DREEF: Ik denk dat het antwoord van het college duidelijker is dan wat u op tafel hebt gebracht. Wethouder WELSCHEN: Als het discussiestellin gen zijn zitten we in ieder geval al wat dichter bij elkaar dan als wordt gedoeld op eindconclusies waartoe een congres met de betekenis van een N.I.R.O.V.-congres zou zijn gekomen. Dit betekent overigens dat de onderbouwing van de heer Ten Wol de wat minder stevig wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1075