1077 19 MEI 1983 De heer TEN WOLDE: Er is één hoofdtendens in de rente-ontwikkeling. De economie stagneert, maar de rentedaling heeft niet zo ver doorgezet door de gigantisch grote overheidsleningen. Wij zijn hier nu juist bezig de druk van overheidszijde te ver sterken. De heer Welschen. Wethouder WELSCHEN: Wat ik naar voren probeer te brengen is dit. We hebben er ook in de commis sie over gepraat en ik denk dat u het volstrekt met mij eens bent. Degene die kan voorspellen hoe de ontwikkeling, met name de rente-ontwikkeling, zal zijn, is steenrijk, maar je komt hem niet te gen. Pas wanneer dat er ligt, is duidelijk te ma ken hoe hetgeen daaraan ten dele gekoppeld is, zich gaat ontwikkelen. U vraagt van mij cijfers waarvan u weet dat u zelf niet in staat bent ze te leveren, noch in uw huidige positie, noch in welke andere positie dan ook. Het lijkt mij niet reëel, te zeggen: "Wethouder, kom eerst maar met de cij fers; dan gaan wij over de invoering van de Woon- ruimtewet denken." Dat is een vriendelijke manier om tot uiting te brengen dat u tot Sint Juttemis wilt wachten. De heer TEN WOLDE: Het gaat mij niet om de rentetarieven of om een voorspelling van de eco nomische ontwikkeling. Het gaat om de aantallen vrij komende woningen en ik wijs erop dat de heer Welschen zelf zegt dat het vrij komende aandeel minder wordt. Er is geen aanleiding, zeker niet wat de rente-ontwikkeling betreft, om te verwach ten dat dat aandeel weer zal gaan toenemen. Mijn bezwaar is dat daardoor het rendement volledig wordt aangetast. Dat is het punt dat ik steeds onder de aandacht probeer te brengen en waar de heer Welschen met een grote boog omheen gaat. De VOORZITTER: Mogen de interrupties nu enigszins worden beperkt? Er is erg veel geïnter rumpeerd en ik geloof dat dat op zichzelf goed is,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1077