107
10 FEBRUARI 1983
toekomst,
Wethouder RöMKENS: Dank u wel.
Op de ATD ben ik bij mijn antwoord aan me
vrouw Van Beusekom al ingegaan. Mevrouw Paulussen
noemt twee jaar een te korte periode voor een ex
periment. Ik heb er mede naar aanleiding daarvan
op gewezen dat een afspraak van twee jaar is ge
maakt. Naar ik heb begrepen komt mevrouw Paulus
sen in tweede termijn nog op dit onderwerp terug.
Enigszins vreemd vind ik het dat mevrouw Paulus
sen wil gaan bepalen wat er met de bestemmingsre
serve van het I.M.W. moet gebeuren. Ik neem aan
dat het I.M.W. zich op zijn beurt niet bezighoudt
met de bestemmingsreserve van mevrouw Paulussen.
De heer DREEF: Is bij haar dan een bestem
mingsreserve aanwezig?
Wethouder RöMKENS: Dat weet ik niet, maar ik
vind het wat vreemd als men in de beurs van een
ander wil graaien om iets te realiseren.
Mevrouw PAULUSSEN: Kunt u geen beter voor
beeld noemen dan dit?
Wethouder RöMKENS: U had het over de bestem
mingsreserve van het I.M.W.
Mevrouw PAULUSSEN: Ja, want wij zijn de ge
meenteraad van Breda en we spreken over de subsi
dies die het I.M.W. via de gemeenschapsgelden
krijgt, en over de wijze van subsidiëren waardoor
men een behoorlijke reserve heeft kunnen opbouwen.
Daar hebben we het over en daar heeft de raad van
Breda iets over te zeggen.
De VOORZITTER: Nu spreekt de heer RöMKENS
eerst uit.
Wethouder RöMKENS: U kent mijn opvatting