19 MEI 1983
1080
handschoen dan, gezien dit voorstel en de woonwa-
genproblematiek wêl oppakken dan denk ik dat
het erg moeilijk wordt over dit soort voorstellen
met elkaar te praten en te zeggen dat we allemaal
hetzelfde bedoelen. Dat lijkt mij dan nauwelijks
meer te verdedigen, maar ik hoor in tweede termijn
wel hoe de heer Ten Wolde hierop reageert.
De heer TEN WOLDE: Het is niet de bedoeling
geweest het totale beleid aan de kaak te stellen.
Ik vind alleen dat iemand die op die andere fron
ten dat zorgvuldige beleid wèl voert, dit voorstel
niet had moeten doen. Dat is de interpretatie die
aan mijn woorden moet worden gegeven. Overigens,
de P.v.d.A.die jarenlang op bestemmingsplanvoor
schriften heeft gewezen, moet mij nu niet iets in
de schoenen schuiven.
Wethouder WELSCHEN: Er is een amendement van
de V.V.D. ingediend. Als dat ongeveer overeenkomt
met wat ons in het college vanmorgen via een voor
aankondiging heeft bereikt, dan is de meerderheid
van het college niet vóór het amendement.
Mevrouw Dijkzeul heeft de belangrijke elemen
ten van het voorstel onderschreven. Zij heeft geen
vragen gesteld en ik ga met het oog op de tijd dan
ook niet nader op haar betoog in.
De heer De Bruijn laat ons ten aanzien van
het eindoordeel van D'66 over de Woonruimtewet in
het ongewisse. Hij stelt een aantal vragen en heeft
verder kritische kanttekeningen bij de procedure.
Wat de procedure betreft: wij hebben geprobeerd
ook persoonlijk heb ik mij daarmee beziggehouden
informatieachterstanden, met name bij degenen
die in de vorige periode niet hebben meegedraaid,
ongedaan te maken. Voor degenen die over te weinig
informatie beschikten lag er een aanbod van onze
kant om voortdurend voor aanvulling te zorgen. Ove
rigens denk ik dat het probleem niet bij het ge
brek aan informatie ligt. Men moet tot een beoor
deling komen en D'66 heeft het daar kennelijk