1D81
19 MEI 1983
nogal moeilijk mee.
Op de jaarlijkse evaluatie, die ik al heb
toegezegd, kom ik niet meer terug en ik maak dan
naar aanleiding van het betoog van de heer De
Bruijn nog twee opmerkingen. Hij heeft gevraagd
of het bedrag van 250.000,maximaal taakstel
lend is. In onze brief aan de woningbouwverenigin
gen heeft men kunnen lezen dat wijgezien de er
varingen in Tilburg, Den Bosch en elders, verwach
ten dat het na enige tijd werken goedkoper kan.
Een tweede opmerking is ook in de richting van
P.S.P. en P.P.R. dat het voeren van het in deze
discussie bedoelde vorderingsbeleid alleen zin
heeft als je een behoorlijke leegstand hebt. De
cijfers die onder meer in de commissie zijn ge
noemd en die men kent, hebben betrekking op een
administratieve leegstand. Meegeteld zijn woningen
die in onderhoud of in renovatie zijn en woningen
waarvoor dat kan een aantal keren voorkomen
een maand geen huur is geïnd doordat er geen aan
sluitende verhuring was. Tegen deze achtergrond
moet het Bredase percentage als relatief laag wor
den beschouwd. In de randstad wordt 3,0 als accep
tabel aanvaard. Op een leegstand zoals we in Bre
da kennen moet je, denk ik, geen duur bestand gaan
zetten, omdat je naast de zorg voor het beschik
baar houden van woningen toch ook het rendement
hier komt het rendementsplaatje ineens terug
in het oog moet houden.
Hetzelfde geldt voor de koopwoningen dit
speciaal aan het adres van de P.S.P. waarbij
wij voor een laag niveau hebben gekozen, omdat we
van mening zijn dat je voor de doelgroep waarvoor
we werken niet boven een woonlastenbedrag van om
en nabij de 700,per maand moet gaan. Er is
dus wel degelijk een argumentatie. Wanneer je wo
ningen van 194.000,onder de W.R.W. gaat bren
gen, wat help je dan de doelgroep waar het in fei
te om gaat, als die woningen voor de mensen in die
groep onbereikbaar zijn? Moet je daaraan je dure
geld uitgeven of kun je het beter voor andere