1Q85 19 MEI 1983 heeft schorsing gevraagd; ik moge een beroep op u doen de grootst mogelijke voorzichtigheid in uw uitdrukkingen te betrachten. Mevrouw Van Rooij krijgt op haar verzoek het woord. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: In mijn algemene beschouwingen tijdens de begrotingsbehan deling heb ik in de richting van de V.V.D. al ge zegd dat het de toon is die de muziek maakt. Ik moet dat wederom tegen de V.V.D. zeggen. Inhoude lijk wil ik absoluut niet op de argumentatie van de V.V.D. bij dit agendapunt ingaan, maar wêl is mij opgevallen dat de V.V.D. heeft gezegd dat zij de indruk heeft dat drie kwart van de raad niet weet wat het doet en niet kostenbewust is. Ook is er van de kant van de V.V.D. onzekerheid uitge sproken over het C.D.A. en de standpuntbepaling. Dat zijn dingen die op deze manier in deze raad niet moeten worden gezegd. Ik zou de V.V.D. en met name de heer Ten Wolde dan ook willen vragen deze opmerkingen terug te nemen. De heer DREEF: Onze fractie kan zich achter de verklaring van het C.D.A. scharen. De heer DE BRUIJN: Wij sluiten ons aan bij de woorden van mevrouw Van Rooij De heer DE WERD: Dat geldt ook voor ons. Ove rigens willen wij de opmerkingen in de richting van de P.S.P. in hetzelfde verband zien. Ook die vinden we beneden de maat. De VOORZITTER: Ik verzoek nu de heer Ten Wol de, die aan het woord was, zijn betoog te vervol gen; hij zal daarbij waarschijnlijk ook op de nu gemaakte opmerkingen willen ingaan. De heer TEN WOLDE: Het is natuurlijk vol strekt duidelijk dat in een debat waarin nogal wat fundamentele meningsverschillen aan de orde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1085