19 MEI 1983
1086
zijn, de intonatie en bepaalde constateringen wel
eens wat harder door de bocht vliegen dan in de
persoonlijke zin wordt bedoeld. Iedereen kent mij
goed genoeg om te weten dat het nimmer mijn bedoe
ling is iemand persoonlijk te kwetsen. Ik moet wèl
zeggen dat mij zojuist in het debatje van de ande
re fractievoorzitters opviel dat mevrouw Van Rooij
hetgeen ik heb gezegd verkeerd weergaf en dat de
andere vier fractievoorzitters dat klakkeloos
volgden
De heer DREEF: Wat krijgen we nu toch weer!
De heer HENDRICKS: Is dit nu gelijkhebberij
op termijn?
De heer DREEFIk vraag om een nadere verkla
ring van hetgeen de heer Ten Wolde nu aan het be
togen is.
De heer TEN WOLDE: Ik heb letterlijk gezegd:
"Ik heb de indruk dat drie kwart van de raad niet
nadenkt
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Dat is ook
wat ik heb gezegd.
De heer TEN WOLDE: Nee, u hebt een andere
zinsnede gebruikt.
4
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Nee!
De VOORZITTER: Maar wat wilt u er nu mee,
mijnheer Ten Wolde?
De heer TEN WOLDEWij reageren helemaal niet
op de felheid waarmee wij bijvoorbeeld worden be
ticht van het beschermen van de bouwondernemers.
Ook zijn er vanavond harde woorden gevallen over
de etnische minderheden. Ik refereer aan een op
merking van de heer Simonsinhoudende dat een