19 MEI 1983
I 096
welzijn II, waarbij een veelheid van vragen werd
gesteld en werd beantwoord. Voor alle duidelijk
heid: we praten vanavond niet over de oprichting
van een regionale omroep of over een lokaal media
beleid, maar slechts over een eenmalige subsidie
die bestemd is voor de uitvoering van een experi
ment. Dit subsidievoorstel moet dan ook niet als
een precedent voor de komende jaren worden gezien,
zolang er nog geen landelijk beleid ten aanzien
van regionale of lokale omroep door de Kamer is
vastgesteld en zolang ook het college nog niet met
een duidelijk gemeentelijk beleid naar voren is
gekomen
Wij gaan ervan uit dat er naast deze eenmali
ge subsidie geen nieuwe aanvragen om bijdragen
voor 1983 zullen komen. Kan het college dit beamen
Meermalen is gevraagd, hoe het met het redactie
statuut staat. Kan het college aangeven, welke de
bemoeienissen van het college met betrekking tot
dat statuut zijn? Wat zijn bijvoorbeeld de juridi
sche en inhoudelijke verantwoordelijkheden van het
college, als die überhaupt bestaan? Is het college
niet met mij van mening dat dit wellicht primair
een verantwoordelijkheid van de stichting en de
medewerkers zelf is?
Mevrouw RATTINK: In tegenstelling tot mevrouw
Neeb ben ik van mening dat dit voorstel wel dege
lijk ook te maken heeft met een lokaal mediabeleid
In de toelichting staat ook: "Het thans voorlig
gende subsidieverzoek is niet een zaak op zich,
maar moet bezien worden in het brede kader van het
mediabeleid dat de gemeente denkt te gaan voeren."
Ik vind het daarom van belang dat we in de commis
sie zo uitvoerig over het voorstel hebben gepraat.
Het is niet zo dat er meerdere gegadigden
zijn voor een lokale omroep op dit moment. Er is
nu sprake van één stichting, de B.R.T.S., en die
heeft wel degelijk het monopolie. Een dergelijke
monopoliepositie schept verplichtingen. Je zou ook
mogen verwachten dat de diverse geledingen van de