1103
19 MEI 1983
experiment voor kan mislukken en kan goed gaan
en tegen die achtergrond schroom ik niet te zeg
gen dat naar mijn mening de stichting door het
vanavond te nemen raadsbesluit nu ook weer niet
voor de toekomst van verdere subsidiëring uitge
sloten zal zijn. Ik denk ook niet dat mevrouw Neeb
bij haar vraag een dergelijke uitsluiting op het
oog heeft. We zeggen niet bij voorbaat dat men wêl
voor verdere subsidiëring in aanmerking komt, maar
het is naar mijn mening ook niet de bedoeling dat
we het tegenovergestelde uitspreken. Te zijner
tijd zullen we tot een nieuwe afweging moeten ko
men. Het kan ook zijn dat de B.R.T.S. het vertrou
wen beschaamt en dat we dan uit elkaar groeien. Er
zijn doelstellingen, men heeft samen met de over
heid geformuleerd welke richting men denkt uit te
gaan en dan is de subsidiëring een middel om te
zeggen: wij doen niet meer mee. Daarbij zie ik dan
nog af van het feit dat de raad toestemming voor
uitzending via het net moet verlenen
Mevrouw Rattink heb ik geprobeerd te infor
meren over het rooster van aftreden en over de re
presentativiteit. Ik heb voor haar nog geïnformeerd
waarom voor de stichtings- en niet voor de vereni-
gingsvorm is gekozen. Zojuist heb ik nog van col
lega Welschen vernomen dat de stichtingsvorm een
privaatrechtelijke zaak is en niets kwaads in
zich heeft. Hij zei dat toen hij over de Stich
ting Woonruimteverdeling sprak, en ik heb het op
geschreven omdat ik "privaatrechtelijke zaak" zo'n
mooie uitdrukking vond. In ieder geval heeft men
voor de stichtingsvorm gekozen omdat een stichting
in dit geval iets slagvaardiger kan opereren.
Aangezien de stichting in Nederland een goed in
gevoerde rechtsvorm is, meen ik dat er geen pro
bleem hoeft te bestaan.
Mevrouw RATTINK: Misschien kunt u de B.R.T.S.
nog eens uitleggen dat je geen lid kunt worden
van een stichting. Op de televisie is herhaalde
lijk de tekst "bent u al lid van de B.R.T.S.?"