1107 19 MEI 1983 gemeentebestuur en de raad voor de uitvoering van het lokaal mediabeleid wordt geregeld. Daarnaast vind ik ten aanzien van het mediabeleid zelf dat het mogelijk zou moeten zijn in de commissie cri teria te bespreken op grond waarvan we bij vol gende aanvragen zelf tot een toetsing kunnen ko men. Dit zou een stap in de richting van een me diabeleid kunnen zijn en zo kun je dat dan laten groeien Wethouder VAN ASSELDONK: Welke aanvrage be doelt u? De heer DE WERD: Ik neem aan dat de B.R.T.S. voor een volgend subsidiejaar weer een nieuwe aan vraag zal doen. Mijn verwachting is niet dat men de stichting na het verbruiken van de subsidie voor dit jaar opheft en dan verder geen fondsen meer nodig heeft. De heer DE WAAL: De wethouder heeft gezegd dat bij de eerstvolgende wijziging van de stich tingsakte enige veranderingen zullen worden meege nomen. In de praktijk blijken zulke stichtingsak ten niet vaker dan één keer in de tien jaar te worden veranderd. Eigenlijk willen wij een soort toezegging horen, inhoudend dat, als binnen een jaar geen verandering van de stichtingsakte heeft plaatsgevonden, op dat moment de akte zal worden veranderd. Wij willen dus dat er een termijn aan wordt verbonden. Wethouder VAN ASSELDONK: Ik vind de vraag van de heer De Waal het gemakkelijkst. In overleg met de stichting is afgesproken dat het college een brief zal doen uitgaan waarin het gevoelen van de raad wordt uitgesproken en waarin duidelijk wordt gemaakt dat naar onze mening de in artikel 6 lid 8 bedoelde ogenblikkelijke herkiesbaarheid eenma lig zal moeten zijn. Men heeft ons ervan over tuigd dat men die brief zo snel mogelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1107