1117 19 MEI 1983 De VOORZITTER: Ik had gedacht dat het aardi ger zou zijn! Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con form het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. De VOORZITTER: Wij gaan nu over tot behande ling van de agendapunten die vanavond in ieder geval aan de orde moeten komen. Gecombineerd worden aan de orde gesteld: 13. bijlage nr. 201. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE TIJDELIJKE SUBSIDIEVER ORDENING MAATSCHAPPELIJKE HULP- EN DIENST VERLENING AAN JONGEREN EN JONGVOLWASSENEN.(R) 16. bijlage nr. 204. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS IN ZAKE EEN STRUCTUUR VOOR DE DRUGHULPVERLENING IN BREDA. (R) De VOORZITTER: Ik stel voor dat hierover in één termijn wordt beraadslaagd. De heer VAN DONGEN: Er is in de commissie over dit onderwerp gesproken en men zou kunnen zeggen dat we de behandeling in de raad nu kort moeten houden. Ik wil proberen of dat mogelijk is. Beide voorstellen zijn op het eerste gezicht tech nisch. In de commissievergadering is naar aanlei ding van het voorstel bijlage nr. 204 veel gezegd over de organisatiestructuur en over wat er alle maal goed of minder goed zou kunnen gaan. Ik ga daaraan nu voorbij; ik wil alleen in deze raads vergadering vaststellen dat de voorstellen bijla gen nrs. 201 en 204 zich met een probleem bezig houden dat in Nederland maar ook in Breda ik ervaar het zelf steeds ernstiger wordt. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1117