1121
19 MEI 1983
ontspanningwaardoor kan worden voorkomen dat
jongeren, vanuit welk motief dan ook, zich in het
drugcircuit begeven. Op deze plaats willen wij op
het college en de raad een beroep doen om aan jon
geren mogelijkheden te bieden zich op hun eigen
wijze te ontspannen, vormen en bezighouden. We
moeten niet uitgaan van onze normen en waarden
maar we moeten jongeren kansen en ruimte geven om
op hun manier en in een aangepaste omgeving, die
aansluit bij de behoeften van hun leeftijd, bezig
te zijn. Dat dit, wanneer de noodzakelijke voor
waarden worden gecreëerd, ook kan lukken, bewijzen
jongerencentra als Para en De Bastion.
De Partij van de Arbeid heeft reeds in de
commissie welzijn I gesignaleerd moeite te hebben
met de structuur en in het bijzonder de dubbele
functie van het M.C.A.D. en het bestuur van de
Stichting Drughulpverlening. De doelstellingen van
de beide organisaties hoeven namelijk niet per de
finitie op één lijn te zitten, waardoor de ge
scheiden verantwoordelijkheden in de knel kunnen
komen. Met het voorgestelde ten aanzien van de ad
viesgroep gaan wij akkoord, gezien de tweeledige
doelstelling van de adviesgroep: naar de gemeente
en naar de andere partij, de hulpverlening. Het
feit echter dat slechts één ex-druggebruiker deel
uitmaakt van de adviesgroep, achten wij wat beden
kelijk. Vooreerst is het gevaar niet denkbeeldig
dat hij/zij een geïsoleerde positie bekleedt en
daardoor aan gewicht inboet. Wij hebben niet de
indruk dat men een eerlijke kans krijgt, mede ge
zien het democratisch denken over belangenbehar
tiging. Wie kan immers beter de belangen verdedi
gen dan degenen die met de problemen van het drug
gebruik dagelijks worden geconfronteerd? Wij zou
den zowel het college als de beide organisaties in
overweging willen geven minstens nog één gebruiker
of ex-gebruiker aan de adviesgroep toe te voegen.
De heer DE BRUIJN: Het lijkt mij van het
grootste belang dat de drughulpverlening