1123 19 MEI 1983 natuurlijk heel wat aan ten grondslag. Gezien de maatschappelijke positie van jongeren op dit mo ment, denk ik dat de problemen zeker in het begin sterk zullen toenemen. De gemeente heeft wat dit betreft een belangrijke taak waaraan zij op korte termijn moet beginnen. Wethouder RöMKENS: Iedereen heeft getracht zich te beperken, mede met het oog op de vrij uit voerige en uitputtende behandeling in de commis sie; ik ben daar blij mee. Alle sprekers hebben direct of indirect de nadruk op het begrip "pre ventie" gelegd, waarbij het hun er met name om gaat dat aan de preventie inhoud wordt gegeven. In aansluiting op mijn opmerkingen in de commissie kan ik verklaren dat één van de belangrijkste aan deze drughulpverleningsopzet verbonden aspecten juist de preventie is. Ik sluit mij graag aan bij de opmerking van mevrouw Dijkzeul dat we ons niet tot drughulpverlening moeten beperken, maar dat er een algeheel jeugdbeleid zal moeten worden gevoerd, waarbij we de jeugdigen de gelegenheid geven op hun eigen wijze bezig te zijn. Op die manier kan een positieve situatie ontstaan die minder nood zaak tot drughulpverlening oproept. Wat de juridische structuur betreft: ik meen diverse vragen op dat punt te kunnen beantwoorden door het volgende te zeggen. Ik heb mij zoals ik had beloofd door de afdeling bestuur en kabinet ten aanzien van de hier voorgestelde organisatie structuur laten informeren. Door de afdeling b. en k. is aangegeven dat het door de gemeente vastge stelde drughulpverleningsbeleid door deze struc tuur niet wordt belemmerd. Er is, aldus de afde ling een nieuwe stichting in het leven geroepen om louter financieel-technische redenen. Daarnaast wordt een overeenkomst afgesloten tussen de ge meente Breda enerzijds en de Stichting M.C.A.D. en de Stichting Drughulpverlening anderzijds. Hierin zijn de verantwoordelijkheden duidelijk geregeld. Het gemeentebestuur bepaalt het beleid, de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 1123