1127
19 MEI 1983
vinden, in tegenstelling tot wat in het preadvies
staat, dat aan de evaluatiecriteria is voldaan.
Het college vindt dat de ATD onzorgvuldig heeft
gehandeld; wij vinden dat zeker ook bij de behan
deling door de gemeente van deze zaak naar de ATD
toe onzorgvuldig is gehandeld en onvoldoende moti
vering is gegeven om de voorgestelde ongegrond-
verklaring te ondersteunen. Wij zijn derhalve te
gen het voorstel.
Volgens het voorstel zouden de instituten
voor maatschappelijk welzijn de taak moeten over
nemen. Wij willen op dat punt een motie indienen
waarin wordt vastgesteld iets waar het in prin
cipe min of meer om gaat dat de instellingen
op zich zeer moeilijk de taak van de ATD zullen
kunnen overnemen. In het verleden en in andere
plaatsen is immers gebleken dat de welzijnsinstel-
lingen niet in staat zijn de gezinnen te bereiken
die moeten worden bereikt. Al meermalen is geble
ken dat een zeer specifieke groep burgers moet
worden benaderd. De betrokken burgers vragen een
afzonderlijke benadering; anders krijgt men geen
ingang. Onze motie behelst een aansporing aan de
welzijnsinstellingen om de zaak op te pakken en
daarbij naar zo veel mogelijk verzelfstandiging
te zoeken. Bovendien pleiten we voor een herschik
king van middelen om die verzelfstandiging moge
lijk te maken. Tot slot staat in de motie dat de
commissie welzijn nader over de voortgang zou moe
ten worden geïnformeerd.
De motie-Crul luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Breda, in vergade
ring bijeen op donderdag 19 mei 1983,
gezien het voorstel van burgemeester en wet
houders naar aanleiding van het bezwaarschrift
van ATD Nederland te Den Haag tegen het door
de raad op 10 februari 1983 vastgestelde pro
gramma 1983,
constaterende dat:
1alle fracties bij de vaststelling van het